Er is iets merkwaardigs aan de stilte. Niet de stilte van het niet-weten, maar die van het bewust vermijden. In cabaret, satire en scherpe columns zijn het christendom en het jodendom al decennialang onderwerp van spot, vaak met liefdevolle ironie en een knipoog naar traditie. Maar wanneer het over de islam gaat, lijkt er een andere energie in de lucht te hangen — een aarzeling, een terugtrekkende beweging.
Niet uit respect alleen, maar uit angst. Arjen Lubach zei het onlangs hardop: satire over de islam brengt risico’s met zich mee die hij niet wil dragen. En dat roept vragen op. Niet alleen over vrijheid van expressie, maar over wat er onderhuids speelt in onze cultuur. Wat maakt dat sommige grappen wél mogen, en andere gevaarlijk zijn?
Stemmen vallen stil
Ik merk het steeds vaker, in gesprekken met vrienden, in podcasts, op het podium: er is een soort spanning voelbaar zodra het onderwerp islam en humor samenkomt. Niet uitgesproken, maar aanwezig in de ruimte. Alsof iedereen weet dat hier een grens ligt, maar niemand precies durft te zeggen waar. Toen ik Lubach hoorde zeggen dat hij bewust satire over de islam vermijdt — niet uit respect, maar uit angst — voelde ik iets schuiven. Niet alleen in mijn denken, maar ook in mijn buik. Want als zelfs de meest uitgesproken stemmen stilvallen, wat zegt dat dan over ons culturele klimaat?
Wanneer humor zijn werk doet, raakt het aan iets fundamenteels: het doorbreekt patronen, legt blinde vlekken bloot, en nodigt uit tot relativering. Maar humor is ook een vorm van interactie — een spel tussen zender en ontvanger, waarin vertrouwen, context en machtsverhoudingen een rol spelen.
Waardesystemen
Vanuit waardesystemisch perspectief zie ik hoe religie — en zeker de islam in het huidige maatschappelijke klimaat — niet alleen een geloof is, maar ook een identiteitsdrager. Een collectieve schuilplaats in een wereld vol frictie. Een plek waarin waarden, rituelen en verhalen bescherming bieden tegen de dreiging van buitenaf. In termen van Spiral Dynamics is dit het paarse waardesysteem: gericht op veiligheid, traditie, groepsbinding en het heilige als verbindende kracht.
Juist daar ontstaat spanning. Want satire — hoe liefdevol of scherp ook — prikt in die beschermlaag. En als die laag niet alleen cultureel maar ook existentieel is, voelt elke grap als een aanval op het fundament. Niet op een idee, maar op een gevoel van veiligheid. En dat maakt satire over de islam niet alleen een artistieke keuze, maar ook een sociale en psychologische afweging.
Botsing
Wanneer satire botst met religie, is dat zelden een botsing van ideeën alleen. Het is een ontmoeting tussen waardesystemen — elk met hun eigen logica, gevoeligheden en grenzen. Zoals eerder genoemd, functioneert religie in veel gemeenschappen als een paarse bedding. Daar tegenover staat het oranje waardesysteem, dat draait om prestatie, autonomie en expressie. Hier is satire een vorm van intellectuele vrijheid, een manier om dogma’s (blauw) te bevragen en grenzen op te rekken. Oranje ziet spot als een teken van vooruitgang — een bewijs dat we boven onze angsten en tradities zijn uitgestegen.
En dan is er groen, dat streeft naar gelijkheid, inclusiviteit en empathie. Vanuit groen wordt satire soms als problematisch gezien, zeker als het kwetsbare groepen raakt. Groen wil verbinden, niet ontregelen. Het zoekt nuance en dialoog, en kan daardoor satire over religie als ‘schoppen naar beneden’ ervaren — zelfs als de intentie kritisch of bevrijdend is.
Snijvlak vrijheid, kwetsbaarheid en raakbaarheid
Deze vier systemen — paars, blauw, oranje en groen — leven naast elkaar in onze samenleving. En cabaretiers bevinden zich vaak precies op het snijvlak. Ze willen vrij zijn (oranje), maar ook recht doen aan kwetsbaarheid (groen), terwijl ze weten dat ze kunnen raken aan iets heiligs (paars) en het idee van 'de waarheid' (blauw). De spanning die daaruit ontstaat, is geen zwakte. Het is een teken dat we als samenleving nog steeds zoeken naar een gedeeld kompas.
Scherp blijven
Maar we moeten ook scherp blijven op de gezonde én ongezonde expressies van deze waardesystemen. Waar paars in zijn gezonde vorm veiligheid en verbondenheid biedt, kan het in ongezonde vorm verstarren tot groepsdwang en dogmatisme. Waar blauw structuur en orde schept, kan het omslaan in rigide controle en repressie. Waar groen empathie en gelijkwaardigheid nastreeft, kan het doorslaan in conflictvermijding en morele verlamming.
En ook oranje verdient hier een kritische blik. In zijn gezonde vorm staat oranje voor autonomie, innovatie en expressie — het waardesysteem waarin satire floreert als bevrijdende kracht. Maar in zijn ongezonde vorm kan oranje doorschieten in egocentrisme, scoringsdrang en oppervlakkige provocatie. Cabaretiers kunnen dan verleid worden door kijkcijfers, likes en applaus — en daarmee de grens van verdraagzaamheid en fatsoen overschrijden. Niet uit moed, maar uit competitie. Niet uit engagement, maar uit effectbejag.
Wanneer satire voortkomt uit deze ongezonde oranje impuls, raakt ze haar ethische kompas kwijt. Dan wordt de grap niet langer een uitnodiging tot reflectie, maar een instrument van zelfverheffing — ten koste van de ander. En ook dát draagt bij aan de maatschappelijke spanning waarin we ons nu bevinden.
PVV
In het licht van leiderschap en vertrouwen is het opvallend hoe de peilingen zich ontwikkelen. Terwijl de PVV onder leiding van Geert Wilders in feite weinig concreets heeft gerealiseerd — ondanks uitspraken als “het strengste immigratiebeleid ooit” — groeit de partij gestaag in de peilingen. Dat roept vragen op over de aard van politieke aantrekkingskracht. Niet inhoud, maar emotie lijkt de drijvende kracht. Angst, verontwaardiging en het verlangen naar duidelijkheid krijgen voorrang boven nuance en democratische diepgang.
De PVV is in essentie een eenmanspartij, waarin interne democratie nauwelijks een rol speelt. Toch spreekt Wilders tot een groeiende groep kiezers die zich niet langer verbonden voelt met traditionele instituties. In een tijd waarin het vertrouwen in politiek leiderschap afbrokkelt, en de samenleving gebukt gaat onder polarisatie, geweld en haat — met femicide als schrijnend dieptepunt — lijkt het verlangen naar een ‘sterke stem’ groter dan ooit.
Tegenmacht
Maar dat verlangen is gevaarlijk als het niet gepaard gaat met reflectie. Want leiderschap zonder tegenmacht, zonder dialoog, zonder checks and balances, is geen oplossing — het is een verschuiving van het probleem. Juist nu, met verkiezingen in aantocht, is het van belang dat we als samenleving niet alleen kijken naar wat er gezegd wordt, maar naar wat er werkelijk gedragen wordt. Door leiders, door volgers, en door de context die we samen creëren.
Misschien is het tijd om niet alleen te reflecteren, maar ook te herijken. De normen en waarden die ooit richting gaven aan onze samenleving lijken steeds minder aan te sluiten bij de huidige samenstelling en de complexiteit van onze levenscondities. We leven in een tijd waarin oude structuren piepen en kraken, en waarin de roep om nieuwe vormen van leiderschap, verbinding en zingeving steeds luider klinkt.
De praktijk
In haar boek Emerge! beschrijft Elza Maalouf — in samenwerking met Don Beck — hoe samenlevingen kunnen transformeren door te bewegen naar de tweede bandbreedte van de spiraal: een evolutionair niveau waarin systemen niet langer botsen, maar elkaar aanvullen. Waar leiderschap niet draait om macht, bezit en controle, maar om het faciliteren van groei en welzijn. Waar verschillen niet worden uitvergroot, maar geïntegreerd.
Deze benadering vraagt om een functionele democratie, geworteld in waardesystemen die passen bij de unieke context van een samenleving. Het vraagt om leiders die kunnen schakelen tussen paars, rood, blauw, oranje en groen — en die de overstap durven maken naar geel en turquoise: naar integratie, systeemdenken en collectief bewustzijn.
Als we satire, religie, politiek en leiderschap opnieuw willen verbinden, dan begint dat bij een herijking van onze waarden. Niet als abstracte idealen, maar als levende principes die passen bij wie we zijn geworden — en wie we willen zijn. Alleen dan kunnen we de stilte doorbreken, niet met lawaai en agressie, maar met wijsheid.
Uitnodiging
Daarom eindig ik met een nadrukkelijke uitnodiging. Aan politieke én religieuze leiders in dit land: sla de handen ineen. Laat zien dat leiderschap méér is dan het uitdragen van standpunten — het is het tonen van voorbeeldgedrag. Juist nu, in een tijd waarin het vertrouwen wankelt, de samenleving polariseert en geweld tegen vrouwen ons confronteert met de diepste breuken in onze morele infrastructuur.
We hebben leiders nodig die niet alleen spreken tot hun achterban, maar tot het geheel. Die durven te staan voor waarden die verbinden in plaats van verdelen. Die het ongemak niet uit de weg gaan, maar het dragen — zichtbaar, hoorbaar, voelbaar.
Dit blog is tot stand gekomen in samenwerking tussen de schrijver en AI. De eindredactie en inhoudelijke verantwoordelijkheid liggen bij de schrijver.